Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. bug:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bug (Nederlands) in het Duits

bug:

bug [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de bug (fout)
    der Fehler
    • Fehler [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bug:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fehler bug; fout abuis; afgang; blunder; defect; domheid; dwaling; echec; euvel; feil; fiasco; flater; flop; fout; gebrek; giller; incorrectheid; machinedefect; mankement; misgreep; mislukking; misrekening; misser; misslag; misstap; misverstand; onjuistheid; vergissing
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fehler mislukt

Wiktionary: bug


Cross Translation:
FromToVia
bug Bug; Fehlfunktion; Fehler bug — problem that needs fixing (especially in computing)