Nederlands
Uitgebreide vertaling voor brokje (Nederlands) in het Duits
brokje:
-
het brokje (kleine brok)
-
het brokje (stukje; fragmentje; klein stukje; snippertje; eindje; partje)
Vertaal Matrix voor brokje:
Verwante woorden van "brokje":
brokje vorm van brok:
-
de brok (klont; suikerklontje)
Vertaal Matrix voor brok:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Brocken | brok; klont; suikerklontje | bonk; bonkend geluid; brokje; eindje; fragmentje; groot en dik stuk; homp; klein stukje; kleine brok; klont; klonter; partje; snippertje; stukje |
Kandisstückchen | brok; klont; suikerklontje | |
Klumpen | brok; klont; suikerklontje | berg; bonk; bonkend geluid; groot en dik stuk; homp; hoop; kledder; klodder; klont; klonter; kluit; kwak; lik |
Klümpchen | brok; klont; suikerklontje | klompje; klontertje; klontje |
Scholle | brok; klont; suikerklontje | ijsschol; ijsschots; schol |
Stück | brok; klont; suikerklontje | aandeel; basisbestanddeel; bestanddeel; bijdrage; bon; brokje; component; coupon; deel; deeltje; drama; element; fractie; gedeelte; inbreng; ingrediënt; kleine brok; lap; moot; onderdeel; onderdeeltje; part; plak; schouwspel; segment; stuk; stuk stof; toneelstuk; tranche |
Zuckerwürfel | brok; klont; suikerklontje | klontje; suikerklontje |
Verwante woorden van "brok":
Wiktionary: brok
brok
Cross Translation:
noun
-
een blok met een grillige vorm, stuk van iets groters
- brok → Brocken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• brok | → Stück | ↔ chunk — a part of something |
• brok | → Kloß | ↔ lump — something that protrudes, sticks out, or sticks together; a cluster or blob; a mound, hill, or group |
• brok | → Happen | ↔ morsel — small fragment |
• brok | → Stück; Fleck | ↔ morceau — portion séparée d’une chose solide qui peut être manger. |
• brok | → gelass; Akt; Akte; Aufzug; Schriftstück; Dokument; Urkunde; Gemach; Stube; Fleck; Stück | ↔ pièce — partie, portion, morceau d’un tout. |