Broeders in het Duits vertaald uit het Nederlands

Remove Ads

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

broeders:
- Brüder; Klosterleute; Klosterbrüder; Ordensleute; Mönche
broeder:
- Bruder; Frater; Krankenpfleger; Klosterbruder; Sanitäter; Pfleger; Geistliche; Mönch; Klosterleute; Ordensbruder; Laienbruder; Pastor; Diener eines Gottesdienstes; Pfarrer
Wiktionary:
- broeders → Brüder
- broeder → Bruder
- broeder → Bruder, Krankenpfleger

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor broeders (Nederlands) in het Duits

broeders:

broeders [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de broeders (broers)
die Brüder; die Klosterleute; die Klosterbrüder; die Ordensleute
- Brüder [die ~] zelfstandig naamwoord
- Klosterleute [die ~] zelfstandig naamwoord
- Klosterbrüder [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ordensleute [die ~] zelfstandig naamwoord
de broeders (kloosterlingen; kloosterbroeders)
die Mönche; die Klosterbrüder
- Mönche [die ~] zelfstandig naamwoord
- Klosterbrüder [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor broeders:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Brüder	broeders; broers
Klosterbrüder	broeders; broers; kloosterbroeders; kloosterlingen
Klosterleute	broeders; broers	broeder; frater; kloosterling; monnik
Mönche	broeders; kloosterbroeders; kloosterlingen
Ordensleute	broeders; broers

Verwante woorden van "broeders":

broeder

Wiktionary: broeders

Cross Translation:

From	To	Via
• broeders	→ Brüder	↔ brothers — male siblings

broeder:

broeder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de broeder (broer)
der Bruder; der Frater; der Krankenpfleger; der Klosterbruder; der Sanitäter; der Pfleger; der Geistliche
- Bruder [der ~] zelfstandig naamwoord
- Frater [der ~] zelfstandig naamwoord
- Krankenpfleger [der ~] zelfstandig naamwoord
- Klosterbruder [der ~] zelfstandig naamwoord
- Sanitäter [der ~] zelfstandig naamwoord
- Pfleger [der ~] zelfstandig naamwoord
- Geistliche [der ~] zelfstandig naamwoord
de broeder (kloosterling; monnik; frater)
der Mönch; die Klosterleute; der Ordensbruder; der Klosterbruder; der Pfleger; der Geistliche
- Mönch [der ~] zelfstandig naamwoord
- Klosterleute [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ordensbruder [der ~] zelfstandig naamwoord
- Klosterbruder [der ~] zelfstandig naamwoord
- Pfleger [der ~] zelfstandig naamwoord
- Geistliche [der ~] zelfstandig naamwoord
de broeder (lekenbroeder)
der Laienbruder
- Laienbruder [der ~] zelfstandig naamwoord
de broeder (verpleger; hulp; ziekenoppasser; diaken; ziekenbroeder)
der Krankenpfleger; der Bruder
- Krankenpfleger [der ~] zelfstandig naamwoord
- Bruder [der ~] zelfstandig naamwoord
de broeder (geestelijke; bedienaar van de godsdienst)
der Geistliche; der Pastor; der Diener eines Gottesdienstes; der Pfarrer; der Klosterbruder
- Geistliche [der ~] zelfstandig naamwoord
- Pastor [der ~] zelfstandig naamwoord
- Diener eines Gottesdienstes [der ~] zelfstandig naamwoord
- Pfarrer [der ~] zelfstandig naamwoord
- Klosterbruder [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor broeder:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Bruder	broeder; broer; diaken; hulp; verpleger; ziekenbroeder; ziekenoppasser	broer; broer of zus; gast; gozer; kerel; knakker; knul; man; vent; zus
Diener eines Gottesdienstes	bedienaar van de godsdienst; broeder; geestelijke
Frater	broeder; broer	broeder-onderwijzer; frater; kloosterbroeder; lekenbroeder
Geistliche	bedienaar van de godsdienst; broeder; broer; frater; geestelijke; kloosterling; monnik	dominee; geestelijk herder; geestelijke; hoeder; pastoor; pastor; pater; predikant; prediker; priester; voorganger
Klosterbruder	bedienaar van de godsdienst; broeder; broer; frater; geestelijke; kloosterling; monnik	broeder-onderwijzer; frater; kloosterbroeder; lekenbroeder
Klosterleute	broeder; frater; kloosterling; monnik	broeders; broers
Krankenpfleger	broeder; broer; diaken; hulp; verpleger; ziekenbroeder; ziekenoppasser	verpleegkundige; ziekenverpleger
Laienbruder	broeder; lekenbroeder
Mönch	broeder; frater; kloosterling; monnik	broeder-onderwijzer; frater; kloosterbroeder; lekenbroeder
Ordensbruder	broeder; frater; kloosterling; monnik	broeder-onderwijzer; frater; kloosterbroeder; lekenbroeder; ordebroeder
Pastor	bedienaar van de godsdienst; broeder; geestelijke	dominee; geestelijk herder; herder; hoeder; pastoor; pastor; predikant; prediker; voorganger
Pfarrer	bedienaar van de godsdienst; broeder; geestelijke	ambt van pastoor; dominee; geestelijk herder; herder; hoeder; pastoor; pastor; predikant; prediker; voorganger
Pfleger	broeder; broer; frater; kloosterling; monnik
Sanitäter	broeder; broer	EHBOer; hospik; hospitaalsoldaat

Verwante woorden van "broeder":

broederen, broeders, broedertje, broedertjes

Wiktionary: broeder

broeder

noun

römisch-katholische Kirche: Mönch ohne Priesterweihe
- Bruder → broeder

Cross Translation:

From	To	Via
• broeder	→ Bruder	↔ brother — male sibling
• broeder	→ Bruder	↔ brother — male fellow member of a religious community
• broeder	→ Bruder	↔ brother — male having parents in common
• broeder	→ Krankenpfleger	↔ infirmier — Celui qui soigner et sert les malades dans une infirmerie, dans un hôpital, dans une ambulance.

Remove Ads

Vertaal broeders van Nederlands naar Duits

Uitgebreide vertaling voor broeders (Nederlands) in het Duits

broeders:

broeders [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de broeders (broers)

de broeders (kloosterlingen; kloosterbroeders)

Vertaal Matrix voor broeders:

Verwante woorden van "broeders":

Wiktionary: broeders

broeder:

broeder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de broeder (broer)

de broeder (kloosterling; monnik; frater)

de broeder (lekenbroeder)

de broeder (verpleger; hulp; ziekenoppasser; diaken; ziekenbroeder)

de broeder (geestelijke; bedienaar van de godsdienst)

Vertaal Matrix voor broeder:

Verwante woorden van "broeder":

Wiktionary: broeder