Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. bril:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bril (Nederlands) in het Duits

bril:

bril [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de bril
    die Brille
    • Brille [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. de bril (toiletbril)
    die Brille; die Toilettenbrille; der Toilettensitz; die Klobrille

Vertaal Matrix voor bril:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Brille bril; toiletbril
Klobrille bril; toiletbril
Toilettenbrille bril; toiletbril
Toilettensitz bril; toiletbril

Verwante woorden van "bril":

  • brillen

Verwante definities voor "bril":

  1. ring op de WC waar je op zit1
    • mannen zet de bril omhoog, want vrouwen zitten ook graag droog1
  2. wat je op je neus draagt om beter te kunnen zien1
    • hij heeft een bril om te lezen1

Wiktionary: bril

bril
  1. vor den Augen getragenes Gestell mit Bügeln und zwei geschliffenen oder gefärbten als Sehhilfe oder dem Augenschutz dienenden Gläsern

Cross Translation:
FromToVia
bril Brille pair of eyeglasses — a pair of lenses set in a frame
bril Brille pair of glasses — a pair of lenses set in a frame
bril Brille pair of specs — a pair of lenses set in a frame
bril Brille pair of spectacles — a pair of lenses set in a frame
bril Brille spectacles — a pair of lenses set in a frame
bril Brille lunettes — Paire de lunettes

Verwante vertalingen van bril