Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. breedte:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor breedte (Nederlands) in het Duits

breedte:

breedte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de breedte (breedheid)
    die Breite; die Großzügigkeit

Vertaal Matrix voor breedte:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Breite breedheid; breedte breedgeschouderdheid; breedheid
Großzügigkeit breedheid; breedte goedgeefsheid; grootschaligheid; gulheid; mildadigheid; mildheid; royaliteit; ruimhartigheid; scheutigheid; vrijgevigheid

Verwante woorden van "breedte":

  • breedten, breedtes

Wiktionary: breedte

breedte
noun
  1. afmeting loodrecht op de hoogte of de lengte
  2. deel van een meridiaan vanaf evenaar

Cross Translation:
FromToVia
breedte Breite; Weite width — measurement of something from side to side
breedte Ausdehnung; Geräumigkeit; Weite; Breite largeurétendue d’une chose considérer d’un de ses côtés à l’autre, par opposition à longueur.

Verwante vertalingen van breedte