Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. brandhoutjes:
  2. brandhout:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor brandhoutjes (Nederlands) in het Duits

brandhoutjes:

brandhoutjes [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. brandhoutjes
    Brennhölzer

Vertaal Matrix voor brandhoutjes:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Brennhölzer brandhoutjes

Verwante woorden van "brandhoutjes":


brandhoutjes vorm van brandhout:

brandhout [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het brandhout
    die Holzblöcke; Brennholz; der Holzklotz; der Holzscheit; der Holzblock; die Holzklötze
  2. het brandhout
    Brennholz

Vertaal Matrix voor brandhout:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Brennholz brandhout blok hout; houtblok
Holzblock brandhout blok; blok hout; hakblok; houtblok; slagersblok; snijblok; vleesblok
Holzblöcke brandhout blok hout; blokken hout; houtblok
Holzklotz brandhout blok; blok hout; hakblok; houtblok; slagersblok; snijblok; vleesblok
Holzklötze brandhout blok hout; houtblok
Holzscheit brandhout blok hout; houtblok

Verwante woorden van "brandhout":


Wiktionary: brandhout


Cross Translation:
FromToVia
brandhout Feuerholz; Brennholz wood — firewood