Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. bouwbedrijf:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bouwbedrijf (Nederlands) in het Duits

bouwbedrijf:

bouwbedrijf [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het bouwbedrijf (aannemersbedrijf; bouwmaatschappij)
    Bauunternehmen; der Baubetrieb; die Baugesellschaft

Vertaal Matrix voor bouwbedrijf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Baubetrieb aannemersbedrijf; bouwbedrijf; bouwmaatschappij
Baugesellschaft aannemersbedrijf; bouwbedrijf; bouwmaatschappij
Bauunternehmen aannemersbedrijf; bouwbedrijf; bouwmaatschappij

Verwante woorden van "bouwbedrijf":

  • bouwbedrijven