Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- bokken:
- bok:
-
Wiktionary:
- bokken → bocken
- bok → Bock, Ziegenbock
- bok → Bock, Geißbock, Ziegenbock, Ziegenmännchen, Rammler, Rüde, Hammel, Geiß, Ziege, Seitpferd, Pauschenpferd, Pferd, Arbeitsbock, Bank, Gestell, Staffel, Staffelei, Werkstuhl
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bokken (Nederlands) in het Duits
bokken:
-
bokken (bokkig zijn; steigeren)
Conjugations for bokken:
o.t.t.
- bok
- bokt
- bokt
- bokken
- bokken
- bokken
o.v.t.
- bokte
- bokte
- bokte
- bokten
- bokten
- bokten
v.t.t.
- heb gebokt
- hebt gebokt
- heeft gebokt
- hebben gebokt
- hebben gebokt
- hebben gebokt
v.v.t.
- had gebokt
- had gebokt
- had gebokt
- hadden gebokt
- hadden gebokt
- hadden gebokt
o.t.t.t.
- zal bokken
- zult bokken
- zal bokken
- zullen bokken
- zullen bokken
- zullen bokken
o.v.t.t.
- zou bokken
- zou bokken
- zou bokken
- zouden bokken
- zouden bokken
- zouden bokken
diversen
- bok!
- bokt!
- gebokt
- bokkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bokken:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bocken | bokken; bokkig zijn; steigeren | |
bockig sein | bokken; bokkig zijn; steigeren | |
sich aufbäumen | bokken; bokkig zijn; steigeren |
Verwante woorden van "bokken":
bokken vorm van bok:
-
de bok (mannetjesgeit)
der Ziegenbock
Vertaal Matrix voor bok:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Ziegenbock | bok; mannetjesgeit |
Verwante woorden van "bok":
Wiktionary: bok
bok
Cross Translation:
noun
-
een mannelijke geit
- bok → Bock; Ziegenbock
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bok | → Bock; Geißbock; Ziegenbock; Ziegenmännchen | ↔ billy goat — male goat |
• bok | → Bock; Rammler; Rüde | ↔ buck — male deer, goat, etc. |
• bok | → Bock; Hammel | ↔ buck — uncastrated sheep, a ram |
• bok | → Geiß; Ziege | ↔ goat — animal |
• bok | → Seitpferd; Pauschenpferd; Pferd | ↔ horse — gymnastic equipment |
• bok | → Bock; Ziegenbock | ↔ bouc — Mâle de la chèvre |
• bok | → Arbeitsbock; Bank; Gestell; Staffel; Staffelei; Werkstuhl | ↔ établi — Table destinée au travail de certains métiers manuels |