Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bogen op (Nederlands) in het Duits
bogen op:
-
bogen op
sich brüsten mit; sich etwas einbilden auf; sich rühmen mit-
sich brüsten mit werkwoord
-
sich etwas einbilden auf werkwoord
-
sich rühmen mit werkwoord
-
Conjugations for bogen op:
o.t.t.
- boog op
- boogt op
- boogt op
- bogen op
- bogen op
- bogen op
o.v.t.
- boogde op
- boogde op
- boogde op
- boogden op
- boogden op
- boogden op
v.t.t.
- heb geboogd op
- hebt geboogd op
- heeft geboogd op
- hebben geboogd op
- hebben geboogd op
- hebben geboogd op
v.v.t.
- had geboogd op
- had geboogd op
- had geboogd op
- hadden geboogd op
- hadden geboogd op
- hadden geboogd op
o.t.t.t.
- zal bogen op
- zult bogen op
- zal bogen op
- zullen bogen op
- zullen bogen op
- zullen bogen op
o.v.t.t.
- zou bogen op
- zou bogen op
- zou bogen op
- zouden bogen op
- zouden bogen op
- zouden bogen op
diversen
- boog op!
- boogt op!
- geboogd op
- bogend op
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bogen op:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
sich brüsten mit | bogen op | |
sich etwas einbilden auf | bogen op | |
sich rühmen mit | bogen op |