Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. boetseren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor boetseren (Nederlands) in het Duits

boetseren:

boetseren werkwoord (boetseer, boetseert, boetseerde, boetseerden, geboetseerd)

  1. boetseren (vorm geven; vormen; modelleren)
    gestalten; formen; modellieren; kneten
    • gestalten werkwoord (gestalte, gestaltest, gestaltet, gestaltete, gestaltetet, gestaltet)
    • formen werkwoord (forme, formst, formt, formte, formtet, geformt)
    • modellieren werkwoord (modelliere, modellierst, modelliert, modellierte, modelliertet, modelliert)
    • kneten werkwoord (knete, knetst, knett, knette, knettet, geknetet)

Conjugations for boetseren:

o.t.t.
  1. boetseer
  2. boetseert
  3. boetseert
  4. boetseren
  5. boetseren
  6. boetseren
o.v.t.
  1. boetseerde
  2. boetseerde
  3. boetseerde
  4. boetseerden
  5. boetseerden
  6. boetseerden
v.t.t.
  1. heb geboetseerd
  2. hebt geboetseerd
  3. heeft geboetseerd
  4. hebben geboetseerd
  5. hebben geboetseerd
  6. hebben geboetseerd
v.v.t.
  1. had geboetseerd
  2. had geboetseerd
  3. had geboetseerd
  4. hadden geboetseerd
  5. hadden geboetseerd
  6. hadden geboetseerd
o.t.t.t.
  1. zal boetseren
  2. zult boetseren
  3. zal boetseren
  4. zullen boetseren
  5. zullen boetseren
  6. zullen boetseren
o.v.t.t.
  1. zou boetseren
  2. zou boetseren
  3. zou boetseren
  4. zouden boetseren
  5. zouden boetseren
  6. zouden boetseren
diversen
  1. boetseer!
  2. boetseert!
  3. geboetseerd
  4. boetserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor boetseren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
formen boetseren; modelleren; vorm geven; vormen gestalte geven; in het leven roepen; kneden; maken; modelleren; ontwikkelen; scheppen; tot ontwikkeling brengen; vervaardigen; vorm geven aan; vormen
gestalten boetseren; modelleren; vorm geven; vormen afwerken; fatsoeneren; garneren; gestalte geven; in het leven roepen; kneden; maken; modelleren; muziek componeren; opmaken; opsmukken; scheppen; schotels garneren; versieren; vervaardigen; vorm geven aan; vormen; vormgeven
kneten boetseren; modelleren; vorm geven; vormen kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vormen
modellieren boetseren; modelleren; vorm geven; vormen kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vormen