Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- blijven steken:
-
Wiktionary:
- blijven steken → steckenbleiben, stocken
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor blijven steken (Nederlands) in het Duits
blijven steken:
blijven steken werkwoord (blijf steken, blijft steken, bleef steken, bleven steken, steken gebleven)
Conjugations for blijven steken:
o.t.t.
- blijf steken
- blijft steken
- blijft steken
- blijven steken
- blijven steken
- blijven steken
o.v.t.
- bleef steken
- bleef steken
- bleef steken
- bleven steken
- bleven steken
- bleven steken
v.t.t.
- ben steken gebleven
- bent steken gebleven
- is steken gebleven
- zijn steken gebleven
- zijn steken gebleven
- zijn steken gebleven
v.v.t.
- was steken gebleven
- was steken gebleven
- was steken gebleven
- waren steken gebleven
- waren steken gebleven
- waren steken gebleven
o.t.t.t.
- zal blijven steken
- zult blijven steken
- zal blijven steken
- zullen blijven steken
- zullen blijven steken
- zullen blijven steken
o.v.t.t.
- zou blijven steken
- zou blijven steken
- zou blijven steken
- zouden blijven steken
- zouden blijven steken
- zouden blijven steken
diversen
- blijf steken!
- blijft steken!
- steken gebleven
- steken blijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
blijven steken (haperen)
Vertaal Matrix voor blijven steken:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Haperen | blijven steken; haperen | |
Stechen bleiben | blijven steken; haperen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aussetzen | blijven steken; haperen; stokken; vastlopen | aanmerken; afwegen; beschouwen; buiten zetten; laten uitvallen; overdenken; overslaan; overwegen |
festfahren | blijven steken; haperen; stokken; vastlopen | klem komen; klemrijden; vast komen zitten; vastlopen; vastrijden |
hapern | blijven steken; haperen; stokken; vastlopen | |
stagnieren | blijven steken; haperen; stokken; vastlopen | halt houden; op hetzelfde niveau blijven; stagneren; stil staan; stoppen |
stocken | blijven steken; haperen; stokken; vastlopen | in staat van ontbinding zijn; liggen rotten; op hetzelfde niveau blijven; ophouden; stagneren; temporiseren; vertragen |
Wiktionary: blijven steken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• blijven steken | → steckenbleiben; stocken | ↔ stick — to jam |