Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. blaren:
  2. blaar:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor blaren (Nederlands) in het Duits

blaren:

blaren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de blaren
    die Blasen
    • Blasen [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor blaren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Blasen blaren

Verwante woorden van "blaren":


blaren vorm van blaar:

blaar [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de blaar (blister)
    die Blase
    • Blase [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor blaar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Blase blaar; blister blaas; bobbel; buil; bult; knobbel

Verwante woorden van "blaar":


Wiktionary: blaar

blaar
noun
  1. onderhuidse vochtiohoping
blaar
noun
  1. Medizin: eine Hautveränderung, Einlagerung von Flüssigkeit im Gewebe

Cross Translation:
FromToVia
blaar Blase blister — bubble on the skin
blaar Birne; Glühbirne; Ampulle ampoule — Traductions à trier suivant le sens
blaar Blase; Schaumblase; Sprechblase bulle — Petite quantité d’air qui s’élever à la surface des liquides, en particulier lors de l’ébullition ou de la fermentation.