Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bijtank (Nederlands) in het Duits

bijtanken:

bijtanken werkwoord (tank bij, tankt bij, tankte bij, tankten bij, bijgetankt)

  1. bijtanken (bijschenken; bijvullen)
    auftanken; beifüllen; anfüllen; nachfüllen; nachtanken; nachschütten
    • auftanken werkwoord (tanke auf, tankst auf, tankt auf, tankte auf, tanktet auf, aufgetankt)
    • beifüllen werkwoord (fülle bei, füllst bei, füllt bei, füllte bei, fülltet bei, beigefüllt)
    • anfüllen werkwoord (fülle an, füllst an, füllt an, füllte an, fülltet an, angefüllt)
    • nachfüllen werkwoord (fülle nach, füllst nach, füllt nach, füllte nach, fülltet nach, nachgefüllt)
    • nachtanken werkwoord (tanke nach, tankst nach, tankt nach, tankte nach, tanktet nach, nachgetankt)
    • nachschütten werkwoord (schütte nach, schüttest nach, schüttet nach, schüttete nach, schüttetet nach, nachgeschüttet)

Conjugations for bijtanken:

o.t.t.
  1. tank bij
  2. tankt bij
  3. tankt bij
  4. tanken bij
  5. tanken bij
  6. tanken bij
o.v.t.
  1. tankte bij
  2. tankte bij
  3. tankte bij
  4. tankten bij
  5. tankten bij
  6. tankten bij
v.t.t.
  1. heb bijgetankt
  2. hebt bijgetankt
  3. heeft bijgetankt
  4. hebben bijgetankt
  5. hebben bijgetankt
  6. hebben bijgetankt
v.v.t.
  1. had bijgetankt
  2. had bijgetankt
  3. had bijgetankt
  4. hadden bijgetankt
  5. hadden bijgetankt
  6. hadden bijgetankt
o.t.t.t.
  1. zal bijtanken
  2. zult bijtanken
  3. zal bijtanken
  4. zullen bijtanken
  5. zullen bijtanken
  6. zullen bijtanken
o.v.t.t.
  1. zou bijtanken
  2. zou bijtanken
  3. zou bijtanken
  4. zouden bijtanken
  5. zouden bijtanken
  6. zouden bijtanken
diversen
  1. tank bij!
  2. tankt bij!
  3. bijgetankt
  4. bijtankend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bijtanken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anfüllen bijschenken; bijtanken; bijvullen bijvullen; farceren; opvullen; volmaken; volplempen; volstorten; vullen
auftanken bijschenken; bijtanken; bijvullen
beifüllen bijschenken; bijtanken; bijvullen
nachfüllen bijschenken; bijtanken; bijvullen
nachschütten bijschenken; bijtanken; bijvullen
nachtanken bijschenken; bijtanken; bijvullen