Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bijou (Nederlands) in het Duits

bijou:

bijou [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het bijou (sieraad; juweel)
    Schmuckstück; Juwel; Geschmeide; Kleinod; der Nippes; der Edelstein; Gehänge; die Edelsteine; die Nippsache; der Schmuckstein

Vertaal Matrix voor bijou:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Edelstein bijou; juweel; sieraad edelsteen
Edelsteine bijou; juweel; sieraad edelgesteente; edelstenen; sierstenen
Gehänge bijou; juweel; sieraad hangconstructie; hangwerk; kiezel; kiezelsteen
Geschmeide bijou; juweel; sieraad
Juwel bijou; juweel; sieraad beminde; geliefde; liefje; liefste; schat; sieraad; sierstuk; snoes; vriendin
Kleinod bijou; juweel; sieraad kiezel; kiezelsteen; kleinood
Nippes bijou; juweel; sieraad hebbeding; kiezel; kiezelsteen; snuisterij; snuisterijen
Nippsache bijou; juweel; sieraad hebbeding; kiezel; kiezelsteen; kleinigheid; snuisterij; snuisterijen
Schmuckstein bijou; juweel; sieraad edelsteen; siersteen
Schmuckstück bijou; juweel; sieraad pronkstukken; sieraad; sierstuk; sierstukken

Verwante woorden van "bijou":

  • bijous, bijoutje