Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bijeenrapen (Nederlands) in het Duits
bijeenrapen:
-
bijeenrapen
zusammenraffen-
zusammenraffen werkwoord (raffe zusammen, raffst zusammen, rafft zusammen, raffte zusammen, rafftet zusammen, zusammengerafft)
-
Conjugations for bijeenrapen:
o.t.t.
- raap bijeen
- raapt bijeen
- raapt bijeen
- rapen bijeen
- rapen bijeen
- rapen bijeen
o.v.t.
- raapte bijeen
- raapte bijeen
- raapte bijeen
- raapten bijeen
- raapten bijeen
- raapten bijeen
v.t.t.
- heb bijeengeraapt
- hebt bijeengeraapt
- heeft bijeengeraapt
- hebben bijeengeraapt
- hebben bijeengeraapt
- hebben bijeengeraapt
v.v.t.
- had bijeengeraapt
- had bijeengeraapt
- had bijeengeraapt
- hadden bijeengeraapt
- hadden bijeengeraapt
- hadden bijeengeraapt
o.t.t.t.
- zal bijeenrapen
- zult bijeenrapen
- zal bijeenrapen
- zullen bijeenrapen
- zullen bijeenrapen
- zullen bijeenrapen
o.v.t.t.
- zou bijeenrapen
- zou bijeenrapen
- zou bijeenrapen
- zouden bijeenrapen
- zouden bijeenrapen
- zouden bijeenrapen
diversen
- raap bijeen!
- raapt bijeen!
- bijeengeraapt
- bijeenrapend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bijeenrapen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
zusammenraffen | bijeenrapen | bijeen harken; bijeen scharrelen; bijeenschrapen; samenpakken; samenrapen |
Computer vertaling door derden: