Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bijdehandheid (Nederlands) in het Duits
bijdehandheid:
-
bijdehandheid (adremheid; gevatheid; snedigheid)
die Klugheit; die Gewandtheit; die Schlagfertigkeit; die Schlauheit; die Witzigkeit; die Pfiffigkeit; die Gerissenheit; die Spitzfindigkeit; die Schneidigkeit; die Gewieftheit
Vertaal Matrix voor bijdehandheid:
Computer vertaling door derden: