Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. bewegwijzeren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bewegwijzeren (Nederlands) in het Duits

bewegwijzeren:

bewegwijzeren werkwoord (bewegwijzer, bewegwijzert, bewegwijzerde, bewegwijzerden, bewegwijzerd)

  1. bewegwijzeren
    beschildern
    • beschildern werkwoord (beschildere, beschilderst, beschildert, beschilderte, beschildertet, beschildert)

Conjugations for bewegwijzeren:

o.t.t.
  1. bewegwijzer
  2. bewegwijzert
  3. bewegwijzert
  4. bewegwijzeren
  5. bewegwijzeren
  6. bewegwijzeren
o.v.t.
  1. bewegwijzerde
  2. bewegwijzerde
  3. bewegwijzerde
  4. bewegwijzerden
  5. bewegwijzerden
  6. bewegwijzerden
v.t.t.
  1. heb bewegwijzerd
  2. hebt bewegwijzerd
  3. heeft bewegwijzerd
  4. hebben bewegwijzerd
  5. hebben bewegwijzerd
  6. hebben bewegwijzerd
v.v.t.
  1. had bewegwijzerd
  2. had bewegwijzerd
  3. had bewegwijzerd
  4. hadden bewegwijzerd
  5. hadden bewegwijzerd
  6. hadden bewegwijzerd
o.t.t.t.
  1. zal bewegwijzeren
  2. zult bewegwijzeren
  3. zal bewegwijzeren
  4. zullen bewegwijzeren
  5. zullen bewegwijzeren
  6. zullen bewegwijzeren
o.v.t.t.
  1. zou bewegwijzeren
  2. zou bewegwijzeren
  3. zou bewegwijzeren
  4. zouden bewegwijzeren
  5. zouden bewegwijzeren
  6. zouden bewegwijzeren
diversen
  1. bewegwijzer!
  2. bewegwijzert!
  3. bewegwijzerd
  4. bewgwijzerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bewegwijzeren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beschildern bewegwijzeren