Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- bestuur:
- besturen:
-
Wiktionary:
- bestuur → Verwaltung
- bestuur → Verwaltung, Führung, Management, Regie, Leitung, Handhabung, Herrschaft, Regentschaft, Verwaltungsbehörde, Administration, Betriebsführung, Verwalten, Regieren, Regierung, Befehl, Behörde, Vorstand, Königswürde, Reich, Staat
- besturen → steuern, verwalten
- besturen → kontrollieren, steuern, fahren, fliegen lassen, fliegen, resultieren, führen, leiten, ausgehen, ausrücken, hinausgehen, erlangen, erzielen, reichen, erreichen, einholen, heranreichen, sich erstrecken, erwirken, durchsetzen, administrieren, verwalten, lenken, herrschen, beherrschen, regieren, nachsehen, überwachen, achtgeben, aufpassen, beachten, zusehen, aufpassen auf, Obacht geben, Obacht geben auf, beherzigen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bestuur (Nederlands) in het Duits
bestuur:
-
het bestuur (leiding; directie; beheer)
-
het bestuur (management; politiek)
Vertaal Matrix voor bestuur:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Betriebsführung | beheer; bestuur; directie; leiding | Raad van Bestuur; directie; koers; route |
Direktion | beheer; bestuur; directie; leiding; management; politiek | Raad van Bestuur; bedrijfsleiding; directie; koers; route |
Führung | bestuur; management; politiek | aanvoeren; aanvoering; leiding; management; rondleiding; voorgaan; voorsprong |
Geschäftsführung | beheer; bestuur; directie; leiding | Raad van Bestuur; bedrijfsleiding; directie; koers; route |
Managment | bestuur; management; politiek | management |
Verwaltung | bestuur; management; politiek | Beheer; administratie; beheer; bescherming; bewaking; controle; hoede; koers; route; toezicht; zeggenschap; zorg |
- | leiding |
Synoniemen voor "bestuur":
Verwante definities voor "bestuur":
Wiktionary: bestuur
bestuur
Cross Translation:
noun
-
Organisation der öffentlichen Dienste auf allen Ebenen von den Kommunen bis zu den Einrichtungen des Bundes, die dazu vorhanden sind, das öffentliche Leben in allen Belangen gemäß Erlassen und Rechtsvorschriften zu regeln
Cross Translation:
besturen:
-
het besturen (regeren)
-
het besturen (leidinggeven)
-
besturen (administreren; beheren)
verwalten; bewirtschaften; administrieren-
bewirtschaften werkwoord (bewirtschafte, bewirtschaftest, bewirtschaftet, bewirtschaftete, bewirtschaftetet, bewirtschaftet)
-
administrieren werkwoord (administriere, administrierst, administriert, administrierte, administriertet, administriert)
-
besturen (leiding geven; leiden; aanvoeren; voorzitten; managen)
Conjugations for besturen:
o.t.t.
- bestuur
- bestuurt
- bestuurt
- besturen
- besturen
- besturen
o.v.t.
- bestuurde
- bestuurde
- bestuurde
- bestuurden
- bestuurden
- bestuurden
v.t.t.
- heb bestuurd
- hebt bestuurd
- heeft bestuurd
- hebben bestuurd
- hebben bestuurd
- hebben bestuurd
v.v.t.
- had bestuurd
- had bestuurd
- had bestuurd
- hadden bestuurd
- hadden bestuurd
- hadden bestuurd
o.t.t.t.
- zal besturen
- zult besturen
- zal besturen
- zullen besturen
- zullen besturen
- zullen besturen
o.v.t.t.
- zou besturen
- zou besturen
- zou besturen
- zouden besturen
- zouden besturen
- zouden besturen
diversen
- bestuur!
- bestuurt!
- bestuurd
- besturend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor besturen:
Verwante definities voor "besturen":
Wiktionary: besturen
besturen
Cross Translation:
verb
Cross Translation: