Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- bespreken:
-
Wiktionary:
- bespreken → besprechen, rezensieren, reservieren
- bespreken → besprechen, debattieren, diskutieren, erörtern, verhandeln, agitieren, aufwiegeln, in Wallung bringen, in Aufruhr versetzen, in Unruhe versetzen, aufwühlen, reservieren, buchen, vorbehalten, zurückbehalten
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bespreken (Nederlands) in het Duits
bespreken:
-
bespreken (bediscussiëren; doorspreken; praten over; bepraten; doorpraten)
besprechen; durchsprechen; diskutieren; beraten; bereden; durchnehmen; erörtern; debattieren; beanstanden; durchdiskutieren; ansprechen; beurteilen-
durchsprechen werkwoord (durchspreche, durchsprichst, durchspricht, durchsprach, durchspracht, durchgesprochen)
-
durchnehmen werkwoord (nehme durch, nimmst durch, nimmt durch, nahm durch, nahmt durch, durchgenommen)
-
beanstanden werkwoord (beanstande, beanstandest, beanstandet, beanstandete, beanstandetet, beangestandet)
-
durchdiskutieren werkwoord (diskutiere durch, diskutierst durch, diskutiert durch, diskutierte durch, diskutiertet durch, durchdiskutiert)
-
bespreken (reis boeken; reserveren; vastleggen)
Conjugations for bespreken:
o.t.t.
- bespreek
- bespreekt
- bespreekt
- bespreken
- bespreken
- bespreken
o.v.t.
- besprak
- besprak
- besprak
- bespraken
- bespraken
- bespraken
v.t.t.
- heb besproken
- hebt besproken
- heeft besproken
- hebben besproken
- hebben besproken
- hebben besproken
v.v.t.
- had besproken
- had besproken
- had besproken
- hadden besproken
- hadden besproken
- hadden besproken
o.t.t.t.
- zal bespreken
- zult bespreken
- zal bespreken
- zullen bespreken
- zullen bespreken
- zullen bespreken
o.v.t.t.
- zou bespreken
- zou bespreken
- zou bespreken
- zouden bespreken
- zouden bespreken
- zouden bespreken
diversen
- bespreek!
- bespreekt!
- besproken
- besprekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
bespreken (spreken over)
Vertaal Matrix voor bespreken:
Synoniemen voor "bespreken":
Verwante definities voor "bespreken":
Wiktionary: bespreken
bespreken
Cross Translation:
verb
bespreken
-
een gesprek over een bepaald onderwerp voeren
- bespreken → besprechen
-
recenseren
- bespreken → rezensieren
-
vooruit bestellen
- bespreken → reservieren
-
gemeinsam einen Sachverhalt diskutieren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bespreken | → debattieren | ↔ debate — participate in a debate |
• bespreken | → besprechen; diskutieren; debattieren; erörtern | ↔ discuss — to converse or debate concerning a particular topic |
• bespreken | → diskutieren; erörtern; verhandeln; besprechen; agitieren; aufwiegeln; in Wallung bringen; in Aufruhr versetzen; in Unruhe versetzen; aufwühlen | ↔ débattre — discuter entre plusieurs personnes dont chacune exposer ses arguments. |
• bespreken | → reservieren; buchen; vorbehalten; zurückbehalten | ↔ réserver — garder, retenir quelque chose d’un tout, une chose entre plusieurs autres. |