Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- beslissend:
- beslissen:
-
Wiktionary:
- beslissend → ausschlaggebend, entscheidend
- beslissen → beschließen, entscheiden, sich entschließen, bestimmen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor beslissend (Nederlands) in het Duits
beslissend:
-
beslissend (doorslaggevend)
entscheidend; ausschlaggebend-
entscheidend bijvoeglijk naamwoord
-
ausschlaggebend bijvoeglijk naamwoord
-
-
beslissend (afdoend; overtuigend)
entscheidend; triftig; wirksam-
entscheidend bijvoeglijk naamwoord
-
triftig bijvoeglijk naamwoord
-
wirksam bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor beslissend:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ausschlaggebend | beslissend; doorslaggevend | cruciaal; hoofdzakelijk; in de eerste plaats; in het bijzonder; kardinaal; met name; overwegend; vooral; voornaamst; voornamelijk |
entscheidend | afdoend; beslissend; doorslaggevend; overtuigend | belangrijk; cruciaal; essentieel; kardinaal; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; van belang; voornaamst; wezenlijk |
triftig | afdoend; beslissend; overtuigend | |
wirksam | afdoend; beslissend; overtuigend | actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; werkend; werkzaam |
Verwante woorden van "beslissend":
Wiktionary: beslissend
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• beslissend | → ausschlaggebend; entscheidend | ↔ decisive — having the power or quality of deciding a question or controversy |
beslissend vorm van beslissen:
-
beslissen (besluiten)
Conjugations for beslissen:
o.t.t.
- beslis
- beslist
- beslist
- beslissen
- beslissen
- beslissen
o.v.t.
- besliste
- besliste
- besliste
- beslisten
- beslisten
- beslisten
v.t.t.
- heb beslist
- hebt beslist
- heeft beslist
- hebben beslist
- hebben beslist
- hebben beslist
v.v.t.
- had beslist
- had beslist
- had beslist
- hadden beslist
- hadden beslist
- hadden beslist
o.t.t.t.
- zal beslissen
- zult beslissen
- zal beslissen
- zullen beslissen
- zullen beslissen
- zullen beslissen
o.v.t.t.
- zou beslissen
- zou beslissen
- zou beslissen
- zouden beslissen
- zouden beslissen
- zouden beslissen
diversen
- beslis!
- beslist!
- beslist
- beslissend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor beslissen:
Synoniemen voor "beslissen":
Verwante definities voor "beslissen":
Wiktionary: beslissen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• beslissen | → beschließen; entscheiden | ↔ decide — to resolve or settle |
• beslissen | → beschließen; entscheiden; sich entschließen; bestimmen | ↔ décider — résoudre après examen une chose douteux et contester. |
Computer vertaling door derden: