Nederlands
Uitgebreide vertaling voor beroven (Nederlands) in het Duits
beroven:
-
beroven (bestelen)
fortschleppen; entnehmen; abnehmen; wegnehmen; fortnehmen; wegholen-
fortschleppen werkwoord (schleppe fort, schleppst fort, schleppt fort, schleppte fort, schlepptet fort, fortgeschleppt)
-
-
beroven (uitbuiten; ontdoen)
-
beroven (een inbraak doen; inbreken; binnen breken)
-
beroven (roven)
überfallen; rauben; plündern; ausrauben; ausplündern-
ausplündern werkwoord (plündere aus, plünderst aus, plündert aus, plünderte aus, plündertet aus, ausgeplündert)
Conjugations for beroven:
o.t.t.
- beroof
- berooft
- berooft
- beroven
- beroven
- beroven
o.v.t.
- beroofde
- beroofde
- beroofde
- beroofden
- beroofden
- beroofden
v.t.t.
- heb beroven
- hebt beroven
- heeft beroven
- hebben beroven
- hebben beroven
- hebben beroven
v.v.t.
- had beroven
- had beroven
- had beroven
- hadden beroven
- hadden beroven
- hadden beroven
o.t.t.t.
- zal beroven
- zult beroven
- zal beroven
- zullen beroven
- zullen beroven
- zullen beroven
o.v.t.t.
- zou beroven
- zou beroven
- zou beroven
- zouden beroven
- zouden beroven
- zouden beroven
diversen
- beroof!
- berooft!
- beroven
- berovend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor beroven:
Verwante definities voor "beroven":
Wiktionary: beroven
beroven
Cross Translation:
verb
-
iemand met geweld zijn bezit ontnemen
- beroven → berauben
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• beroven | → berauben | ↔ bereave — To take away someone or something important or close |
• beroven | → ausrauben | ↔ mug — to assault for the purpose of robbery |
• beroven | → rauben | ↔ rob — to steal from, using violence |
• beroven | → entwenden; stehlen; entblößen; abdecken; entdecken; enthüllen | ↔ dépouiller — Traductions à trier suivant le sens |