Nederlands
Uitgebreide vertaling voor belerend (Nederlands) in het Duits
belerend:
-
belerend (schoolmeesterachtig; pedant; frikkerig; verwaand; zelfingenomen; ingebeeld; zelfgenoegzaam)
anmaßend; belehrend; schulmeisterhaft; schulmeisterlich-
anmaßend bijvoeglijk naamwoord
-
belehrend bijvoeglijk naamwoord
-
schulmeisterhaft bijvoeglijk naamwoord
-
schulmeisterlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
belerend (schoolmeesterachtig; meesterachtig)
Vertaal Matrix voor belerend:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
anmaßend | belerend; frikkerig; ingebeeld; pedant; schoolmeesterachtig; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen | aanmatigend; arrogant; fier; flink; glorieus; groots; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; ijdel; ingebeeld; kwasterig; neerbuigend; nuffig; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; prat; respectloos; trots; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen |
belehrend | belerend; frikkerig; ingebeeld; meesterachtig; pedant; schoolmeesterachtig; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen | |
schulmeisterhaft | belerend; frikkerig; ingebeeld; pedant; schoolmeesterachtig; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen | betweterig; frikkig; pedant |
schulmeisterlich | belerend; frikkerig; ingebeeld; pedant; schoolmeesterachtig; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen | betweterig; frikkig; pedant |