Nederlands
Uitgebreide vertaling voor beknoptheid (Nederlands) in het Duits
beknoptheid:
-
de beknoptheid (bondigheid; kortheid)
Vertaal Matrix voor beknoptheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Bündigkeit | beknoptheid; bondigheid; kortheid | |
Knappheit | beknoptheid; bondigheid; kortheid | gebrek; krapte; schaarsheid; schaarste; tekort |
Kürze | beknoptheid; bondigheid; kortheid | kortheid |
Verwante woorden van "beknoptheid":
beknoptheid vorm van beknopt:
-
beknopt (summier)
kurzgefaßt; bündig; kurz-
kurzgefaßt bijvoeglijk naamwoord
-
bündig bijvoeglijk naamwoord
-
kurz bijvoeglijk naamwoord
-
-
beknopt (bekort)
Vertaal Matrix voor beknopt:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bündig | beknopt; summier | bondig; kernachtig; kort; minimaal; raak; samengevat; summier |
kurz | beknopt; summier | bondig; kort; kortweg; minimaal; samengevat; summier; zonder omhaal |
kurzgefaßt | beknopt; summier | bondig; in het kort; kort; samengevat |
verkürzt | beknopt; bekort | ingekort; verkort |