Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Vertaal beginnelingen

Vertaal beginnelingen van Nederlands naar Duits

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

beginnelingen:
- Anfänger
beginneling:
- Anfänger; Starter; Anfängerin
Wiktionary:
- beginneling → Dilettant
- beginneling → Neuling, Anfänger

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor beginnelingen (Nederlands) in het Duits

beginnelingen:

beginnelingen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de beginnelingen
der Anfänger
- Anfänger [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor beginnelingen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Anfänger	beginnelingen	aspirant; aspiranten; beginneling; beginner; beginners; mensen die beginnen; startende ondernemers; starters

Verwante woorden van "beginnelingen":

beginneling

beginneling:

beginneling [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de beginneling (beginner; aspirant)
der Anfänger; der Starter; der Anfängerin
- Anfänger [der ~] zelfstandig naamwoord
- Starter [der ~] zelfstandig naamwoord
- Anfängerin [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor beginneling:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Anfänger	aspirant; beginneling; beginner	aspiranten; beginnelingen; beginners; mensen die beginnen; startende ondernemers; starters
Anfängerin	aspirant; beginneling; beginner	beginnelinge; beginner; beginster
Starter	aspirant; beginneling; beginner	startende ondernemers; starter; starters; startknop

Verwante woorden van "beginneling":

beginnelingen

Wiktionary: beginneling

beginneling

noun

Liebhaber von etwas ohne professionelle Kenntnisse (heute meist abwertend gebraucht)
- Dilettant → nieuweling; beginner; dilettant; amateur; beginneling

Cross Translation:

From	To	Via
• beginneling	→ Neuling; Anfänger	↔ newbie — new (inexperienced) user or participant
• beginneling	→ Anfänger; Neuling	↔ novice — beginner
• beginneling	→ Anfänger; Neuling	↔ rookie — a novice
• beginneling	→ Anfänger; Neuling	↔ débutant — celui, celle qui débute