Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. bastion:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bastion (Nederlands) in het Duits

bastion:

bastion [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het bastion (fort; bolwerk)
    die Festung; Fort; die Basstion
    • Festung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Fort [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Basstion [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bastion:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Basstion bastion; bolwerk; fort
Festung bastion; bolwerk; fort stadswal; veste
Fort bastion; bolwerk; fort citadel; fietsslot; fort; kasteel; ridderkasteel; ridderslot; slot; sterkte; versterkte legerplaats

Verwante woorden van "bastion":

  • bastions