Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. bascule:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bascule (Nederlands) in het Duits

bascule:

bascule [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de bascule (weegschaal; balans; waag)
    die Waage
    • Waage [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bascule:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Waage balans; bascule; waag; weegschaal waag; weegbrug; weeghuis

Verwante woorden van "bascule":

  • bascules

Wiktionary: bascule


Cross Translation:
FromToVia
bascule Wippe; Wippbaum; Hebebaum; Schwinghebel; Schwenkhebel; Wippschaukel basculepièce de bois ou d’autre matière soutenir par le milieu de manière qu’en pesant sur l’un des bouts on fait lever l’autre.