Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. banaan:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bananen (Nederlands) in het Duits

banaan:

banaan [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de banaan (pisang)
    die Banane
    • Banane [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. de banaan
    der Bananenbaum

Vertaal Matrix voor banaan:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Banane banaan; pisang
Bananenbaum banaan

Verwante woorden van "banaan":

  • bananen, banaantje, banaantjes

Verwante definities voor "banaan":

  1. kromme, witte, tropische vrucht met gele schil1
    • apen eten graag bananen1

Wiktionary: banaan

banaan
noun
  1. längliche, meist gelbe tropische Frucht

Cross Translation:
FromToVia
banaan Banane banana — fruit
banaan Banane banane — Fruit