Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. baggeren:
  2. bagger:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor baggeren (Nederlands) in het Duits

baggeren:

baggeren werkwoord (bagger, baggert, baggerde, baggerden, gebaggerd)

  1. baggeren
    baggern
    • baggern werkwoord (baggere, baggerst, baggert, baggerte, baggertet, gebaggert)
  2. baggeren

Conjugations for baggeren:

o.t.t.
  1. bagger
  2. baggert
  3. baggert
  4. baggeren
  5. baggeren
  6. baggeren
o.v.t.
  1. baggerde
  2. baggerde
  3. baggerde
  4. baggerden
  5. baggerden
  6. baggerden
v.t.t.
  1. heb gebaggerd
  2. hebt gebaggerd
  3. heeft gebaggerd
  4. hebben gebaggerd
  5. hebben gebaggerd
  6. hebben gebaggerd
v.v.t.
  1. had gebaggerd
  2. had gebaggerd
  3. had gebaggerd
  4. hadden gebaggerd
  5. hadden gebaggerd
  6. hadden gebaggerd
o.t.t.t.
  1. zal baggeren
  2. zult baggeren
  3. zal baggeren
  4. zullen baggeren
  5. zullen baggeren
  6. zullen baggeren
o.v.t.t.
  1. zou baggeren
  2. zou baggeren
  3. zou baggeren
  4. zouden baggeren
  5. zouden baggeren
  6. zouden baggeren
diversen
  1. bagger!
  2. baggert!
  3. gebaggerd
  4. baggerende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor baggeren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baggern baggeren aanmodderen; prutsen; rommelen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
Baggern baggeren

Verwante woorden van "baggeren":


bagger:

bagger [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de bagger (modder; slib; prut; slik; slijk)
    der Schlamm; der Schlick; der Matsch
    • Schlamm [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schlick [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Matsch [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bagger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Matsch bagger; modder; prut; slib; slijk; slik kledder; klodder; kwak; lik
Schlamm bagger; modder; prut; slib; slijk; slik bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; kledder; klodder; kwak; lik; moer; zetsel
Schlick bagger; modder; prut; slib; slijk; slik

Verwante woorden van "bagger":


Wiktionary: bagger

bagger
noun
  1. mit Wasser vermischte Erde, Dreck, Schmutz, Morast