Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. badgasten:
  2. badgast:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor badgasten (Nederlands) in het Duits

badgasten:

badgasten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de badgasten
    die Badegäste; die Kurgäste

Vertaal Matrix voor badgasten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Badegäste badgasten
Kurgäste badgasten

Verwante woorden van "badgasten":


badgast:

badgast [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de badgast (bader)
    der Kurgast; der Badegast; der Badender
    • Kurgast [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Badegast [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Badender [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor badgast:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Badegast bader; badgast
Badender bader; badgast
Kurgast bader; badgast

Verwante woorden van "badgast":