Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. azuur:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor azuur (Nederlands) in het Duits

azuur:

azuur bijvoeglijk naamwoord

  1. azuur (azuren; hemelsblauw; hemelblauw)
    hellblau; himmelblau

azuur [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het azuur (azuursteen)
    der Azurstein

Vertaal Matrix voor azuur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Azurstein azuur; azuursteen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hellblau azuren; azuur; hemelblauw; hemelsblauw helderblauw; lichtblauw
himmelblau azuren; azuur; hemelblauw; hemelsblauw berlijns-blauw; diepblauw; lichtblauw; pruisisch-blauw

Verwante woorden van "azuur":


Wiktionary: azuur


Cross Translation:
FromToVia
azuur Azur; Azurblau; Himmelsblau; Lasur azurverre colorer en bleu par l’oxyde de cobalt et réduit en poudre extrêmement fine pour servir de colorant.