Nederlands
Uitgebreide vertaling voor avonturen (Nederlands) in het Duits
avonturen:
-
avonturen (durven; riskeren; wagen)
wagen; riskieren; sich trauen; sich getrauen; sich wagen-
sich trauen werkwoord (traue mich, traust dich, traut sich, traute sich, trautet euch, sich getraut)
-
sich getrauen werkwoord (getraue mich, getraust dich, getraut sich, getraute sich, getrautet euch, sich getraut)
-
de avonturen (lotgevallen)
-
de avonturen
Vertaal Matrix voor avonturen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Abenteuer | avonturen | affaire; avontuur; avontuurtje; liaison; relatie; slippertje; verhouding |
Geschick | avonturen; lotgevallen | bestemming; geadresseerde; noodlot; ongelukkig lot |
Schicksale | avonturen; lotgevallen | lotgeval |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
riskieren | avonturen; durven; riskeren; wagen | avonturieren |
sich getrauen | avonturen; durven; riskeren; wagen | aandurven |
sich trauen | avonturen; durven; riskeren; wagen | avonturieren |
sich wagen | avonturen; durven; riskeren; wagen | avonturieren |
wagen | avonturen; durven; riskeren; wagen | avonturieren |
Verwante woorden van "avonturen":
avontuur:
-
het avontuur
Vertaal Matrix voor avontuur:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Abenteuer | avontuur | affaire; avonturen; avontuurtje; liaison; relatie; slippertje; verhouding |
Verwante woorden van "avontuur":
Wiktionary: avontuur
avontuur
Cross Translation:
noun
-
een onderneming waarvan de uitkomst niet bij voorbaat vaststaat
- avontuur → Abenteuer
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• avontuur | → Abenteuer; Wagnis | ↔ adventure — encountering of risks |
• avontuur | → Abenteuer | ↔ adventure — remarkable occurrence |
• avontuur | → Abenteuer | ↔ adventure — that which happens without design |
• avontuur | → Abenteuer | ↔ aventure — Ce qui arriver d’inopiné, d’extraordinaire à quelqu’un. |