Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- archiveren:
-
Wiktionary:
- archiveren → ablegen
- archiveren → archivieren
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor archiveren (Nederlands) in het Duits
archiveren:
Conjugations for archiveren:
o.t.t.
- archiveer
- archiveert
- archiveert
- archiveren
- archiveren
- archiveren
o.v.t.
- archiveerde
- archiveerde
- archiveerde
- archiveerden
- archiveerden
- archiveerden
v.t.t.
- heb gearchiveerd
- hebt gearchiveerd
- heeft gearchiveerd
- hebben gearchiveerd
- hebben gearchiveerd
- hebben gearchiveerd
v.v.t.
- had gearchiveerd
- had gearchiveerd
- had gearchiveerd
- hadden gearchiveerd
- hadden gearchiveerd
- hadden gearchiveerd
o.t.t.t.
- zal archiveren
- zult archiveren
- zal archiveren
- zullen archiveren
- zullen archiveren
- zullen archiveren
o.v.t.t.
- zou archiveren
- zou archiveren
- zou archiveren
- zouden archiveren
- zouden archiveren
- zouden archiveren
diversen
- archiveer!
- archiveert!
- gearchiveerd
- archiverende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor archiveren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aufheben | deining; ophef | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ablegen | archiveren; bewaren; opbergen; opslaan | afleggen; bewaren; deponeren; iets neerleggen; leggen; meters maken; neerleggen; neerzetten; onderuit halen; opzij leggen; plaatsen; stationeren; wegleggen; wegzetten; zetten |
archivieren | archiveren; bewaren; opbergen; opslaan | comprimeren |
aufheben | archiveren; bewaren; opbergen; opslaan | afbestellen; afbetalen; afgelasten; afrekenen; afzeggen; annuleren; behoeden; behouden; bergen; beschermen; bewaren; conserveren; deponeren; heffen; intrekken; leggen; lichten; naar boven tillen; neerleggen; nietig verklaren; nullificeren; omhoog brengen; omhoogheffen; ondervangen; ontbinden; opdoeken; opheffen; oppakken; oppikken; oprapen; oprichten; opruimen; opsnappen; optillen; optrekken; overeindzetten; plaatsen; teniet doen; terugdraaien; tillen; uiteen doen gaan; vereffenen; verijdelen; vernietigen; verrekenen; wegleggen |
Wiktionary: archiveren
archiveren
Cross Translation:
verb
-
etwas was bearbeitet ist, nicht mehr benötigt wird, zur Aufbewahrung weglegen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• archiveren | → archivieren | ↔ archive — to archive |
Computer vertaling door derden: