Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. applaudisseren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor applaudisseren (Nederlands) in het Duits

applaudisseren:

applaudisseren werkwoord (applaudisseer, applaudisseert, applaudisseerde, applaudisseerden, geapplaudisseerd)

  1. applaudisseren (klappen)
    klatschen; applaudieren
    • klatschen werkwoord (klatsche, klatschst, klatscht, klatschte, klatschtet, geklatscht)
    • applaudieren werkwoord (applaudiere, applaudierst, applaudiert, applaudierte, applaudiertet, applaudiert)

Conjugations for applaudisseren:

o.t.t.
  1. applaudisseer
  2. applaudisseert
  3. applaudisseert
  4. applaudisseren
  5. applaudisseren
  6. applaudisseren
o.v.t.
  1. applaudisseerde
  2. applaudisseerde
  3. applaudisseerde
  4. applaudisseerden
  5. applaudisseerden
  6. applaudisseerden
v.t.t.
  1. heb geapplaudisseerd
  2. hebt geapplaudisseerd
  3. heeft geapplaudisseerd
  4. hebben geapplaudisseerd
  5. hebben geapplaudisseerd
  6. hebben geapplaudisseerd
v.v.t.
  1. had geapplaudisseerd
  2. had geapplaudisseerd
  3. had geapplaudisseerd
  4. hadden geapplaudisseerd
  5. hadden geapplaudisseerd
  6. hadden geapplaudisseerd
o.t.t.t.
  1. zal applaudisseren
  2. zult applaudisseren
  3. zal applaudisseren
  4. zullen applaudisseren
  5. zullen applaudisseren
  6. zullen applaudisseren
o.v.t.t.
  1. zou applaudisseren
  2. zou applaudisseren
  3. zou applaudisseren
  4. zouden applaudisseren
  5. zouden applaudisseren
  6. zouden applaudisseren
diversen
  1. applaudisseer!
  2. applaudisseert!
  3. geapplaudisseerd
  4. applaudisserende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor applaudisseren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
applaudieren applaudisseren; klappen
klatschen applaudisseren; klappen babbelen; belasteren; kakelen; klappen; kletsen; kletspraat verkopen; kwaadspreken; kwebbelen; kwekken; kwetteren; lasteren; lullen; praten; roddelen; snateren; spreken; wauwelen; zeveren; zwammen; zwetsen

Wiktionary: applaudisseren

applaudisseren
verb
  1. in de handen klappen om goedkeuring of bewondering te tonen
applaudisseren
verb
  1. bezeichnet Klangeindrücke, die beim Zusammenschlagen oder Aufprallen entstehen, und bedeutet speziell „mit den Händen klatschen, applaudieren“
  2. Beifall klatschen

Cross Translation:
FromToVia
applaudisseren Beifall klatschen; klatschen; applaudieren applaud — to express approval by clapping
applaudisseren befürworten; loben applaud — to praise, or express approval by words
applaudisseren applaudieren; klatschen clap — To applaud by clapping the hands
applaudisseren applaudieren; Beifall spenden; klatschen; Beifall klatschen; beklatschen; loben; Beifall zollen applaudirbattre des mains en signe d’approbation.