Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. ankers:
  2. anker:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ankers (Nederlands) in het Duits

ankers:

ankers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de ankers
    der Anker
    • Anker [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ankers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anker ankers anker; muuranker; objectanker

Verwante woorden van "ankers":


ankers vorm van anker:

anker [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het anker (muuranker)
    der Anker
    • Anker [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor anker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anker anker; muuranker ankers; objectanker

Verwante woorden van "anker":


Wiktionary: anker

anker
  1. früheres Flüssigkeitsmaß: ½ Eimer oder 36 Liter
  2. Eisenhaken an einer langen Kette zum Festlegen schwimmender Fahrzeuge am Fluss- oder Meeresboden

Cross Translation:
FromToVia
anker Anker anchor — tool to moor a vessel into sea bottom
anker Anker ancre — Objet pour fixer un bateau au fond marin