Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor alles (Nederlands) in het Duits

alles:

alles bijvoeglijk naamwoord

  1. alles (allemaal)
    alles; ganz; vollkommen; völlig; gänzlich; komplett; total; vollständig

alles [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. alles (voltalligheid; geheel; volledigheid; )
    die Gesamtheit; die Vollständigkeit; die Vollzähligkeit

Vertaal Matrix voor alles:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gesamtheit alles; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaliteit; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid algemeenheid; gangbaarheid; gebruikelijkheid
Vollständigkeit alles; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaliteit; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid compleetheid; perfectie; uitnemendheid; uitputtendheid; volkomenheid; volledigheid; volmaaktheid; voortreffelijkheid
Vollzähligkeit alles; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaliteit; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alles allemaal; alles
ganz allemaal; alles algeheel; behoorlijk; compleet; fulltime; gaaf; heel; hele; helemaal; intact; kompleet; maagdelijk; nogal; onaangeraakt; ongerept; puur; redelijk; tamelijk; totaal; virginaal; volkomen; volledig; volslagen; voluit; zuiver
gänzlich allemaal; alles algeheel; compleet; fulltime; gaaf; heel; hele; helemaal; intact; kompleet; totaal; volkomen; volledig; volslagen
komplett allemaal; alles absoluut; boeiend; compleet; fascinerend; fulltime; gaaf; grondig; heel; helemaal; in het geheel; intact; integraal; integrerend; kompleet; plenair; totaal; volkomen; volledig; voltallig
total allemaal; alles absoluut; compleet; fulltime; gaaf; grondig; heel; hele; helemaal; in het geheel; intact; totaal; volkomen; volledig
vollkommen allemaal; alles absoluut; boeiend; compleet; fascinerend; fulltime; gaaf; grondig; heel; helemaal; ideaal; in het geheel; intact; integraal; integrerend; patent; perfect; superieur; totaal; uitmuntend; uitstekend; volkomen; volledig; volmaakt; voortreffelijk
vollständig allemaal; alles boeiend; compleet; fascinerend; fulltime; gaaf; heel; helemaal; intact; integraal; integrerend; totaal; volledig
völlig allemaal; alles absoluut; algeheel; boeiend; compleet; fascinerend; fulltime; grondig; heel; hele; helemaal; in het geheel; integraal; integrerend; kompleet; totaal; volkomen; volledig; volslagen; voluit

Antoniemen van "alles":


Verwante definities voor "alles":

  1. elk ding1
    • heb je alles opgeschreven?1

Wiktionary: alles

alles
pronoun
  1. al het mogelijke, de gehele verzameling of hoeveelheid zonder uitzondering

Cross Translation:
FromToVia
alles total; ganz; vollkommen; völlig all — intensifier
alles alles all — everything possible
alles alles everything — all the things

Verwante vertalingen van alles