Nederlands

Uitgebreide vertaling voor alleenstaande (Nederlands) in het Duits

alleenstaande:

alleenstaande [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. alleenstaande (vrijgezel)
    der Junggeselle
  2. alleenstaande

Vertaal Matrix voor alleenstaande:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Junggeselle alleenstaande; vrijgezel
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
allein stehende Person alleenstaande

Verwante woorden van "alleenstaande":


alleenstaand:

alleenstaand bijvoeglijk naamwoord

  1. alleenstaand (single)
    alleinstehend; einzelstehend
  2. alleenstaand (vrijgezel; ongebonden)
    alleinstehend; unabhängig; selbständig
  3. alleenstaand (vrijstaand; gescheiden; apart; )
    freistehend; abgeschieden; getrennt; separat; einzeln; abgesondert; apart; gesondert; absonderlich
  4. alleenstaand (vrijstaand; geïsoleerd; apart; )
    freistehend; separat; einzeln; abgesondert; gesondert; getrennt; einzelstehend; alleinstehend; jeder für sich; vereinzelt

Vertaal Matrix voor alleenstaand:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
getrennt afzonderlijk; alleenstaand; apart; gescheiden; geïsoleerd; losstaand; op zich; op zichzelf staand; separaat; vrijstaand afgescheiden; gesepareerd; verbroken
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abgeschieden afzonderlijk; alleenstaand; apart; gescheiden; losstaand; op zich; op zichzelf staand; separaat; vrijstaand
abgesondert afzonderlijk; alleenstaand; apart; gescheiden; geïsoleerd; losstaand; op zich; op zichzelf staand; separaat; vrijstaand afgezonderd; afzonderlijk; apart; in quarantaine
absonderlich afzonderlijk; alleenstaand; apart; gescheiden; losstaand; op zich; op zichzelf staand; separaat; vrijstaand apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; uitheems; vreemd; vreemdsoortig; zonderling
alleinstehend afzonderlijk; alleenstaand; apart; geïsoleerd; losstaand; ongebonden; op zich; op zichzelf staand; separaat; single; vrijgezel; vrijstaand afzonderlijk; apart; op zichzelf; op zichzelf levend; separaat
apart afzonderlijk; alleenstaand; apart; gescheiden; losstaand; op zich; op zichzelf staand; separaat; vrijstaand apart; bovenmatig; buitengemeen; buitensporig; chic; elegant; esthetisch; extreem; mateloos; modieuze verfijning; smaakvol; stijlvol; tomeloos; uitermate; verfijnd
einzeln afzonderlijk; alleenstaand; apart; gescheiden; geïsoleerd; losstaand; op zich; op zichzelf staand; separaat; vrijstaand een voor een; individueel; per stuk; stuksgewijs
einzelstehend afzonderlijk; alleenstaand; apart; geïsoleerd; losstaand; op zich; op zichzelf staand; separaat; single; vrijstaand afzonderlijk; apart; separaat
freistehend afzonderlijk; alleenstaand; apart; gescheiden; geïsoleerd; losstaand; op zich; op zichzelf staand; separaat; vrijstaand onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend
gesondert afzonderlijk; alleenstaand; apart; gescheiden; geïsoleerd; losstaand; op zich; op zichzelf staand; separaat; vrijstaand afgescheiden; afzonderlijk; apart; separaat
jeder für sich afzonderlijk; alleenstaand; apart; geïsoleerd; losstaand; op zich; op zichzelf staand; separaat; vrijstaand
selbständig alleenstaand; ongebonden; vrijgezel uit zichzelf; vanzelf; zelfstandig
separat afzonderlijk; alleenstaand; apart; gescheiden; geïsoleerd; losstaand; op zich; op zichzelf staand; separaat; vrijstaand afzonderlijk; apart; separaat
unabhängig alleenstaand; ongebonden; vrijgezel onafhankelijk
vereinzelt afzonderlijk; alleenstaand; apart; geïsoleerd; losstaand; op zich; op zichzelf staand; separaat; vrijstaand incidenteel; sporadisch; zelden

Verwante woorden van "alleenstaand":


Wiktionary: alleenstaand


Cross Translation:
FromToVia
alleenstaand ledig; unverheiratet; alleinstehend; single; solo single — not married nor dating
alleenstaand ledig; unverheiratet; alleinstehend sole — unmarried; widowed
alleenstaand ungebunden unattached — not married
alleenstaand unverheiratet; ledig unmarried — having no husband or wife

Computer vertaling door derden: