Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Benachrichtigung
|
alert; melding; waarschuwing
|
aankondiging; bericht; berichtgeving; convocatie; informatie; informeren; kennisgeving; mededeling; mededelingen; melding; verwittiging; voorlichting; waarschuwing
|
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Warnung
|
alert; melding; waarschuwing
|
waarschuwing
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aufgeweckt
|
alert; oplettend; uitgeslapen; wakker
|
ad rem; adrem; bijdehand; briljant; clever; energiek; geagiteerd; geanimeerd; gevat; ingenieus; kien; knap; kundig; kunstig; leuk om te zien; levendig; pienter; raak; scherpzinnig; schrander; slagvaardig; slim; snedig; snugger; uitgeslapen; vaardig; verhit; vief; vindingrijk; vol fut; wakker
|
aufmerksam
|
alert; hoede; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend
|
aandachtig; belangstellend; geïnteresseerd; oplettend; opmerkzaam
|
bedacht
|
alert; hoede; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend
|
|
bedachtsam
|
alert; hoede; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend
|
bedacht; bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; gewapend; omzichtig; voorbereid; voorzichtig; zorgvuldig
|
behutsam
|
alert; hoede; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend
|
bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; omzichtig
|
besonnen
|
alert; hoede; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend
|
bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; omzichtig
|
lebendig
|
alert; oplettend; uitgeslapen; wakker
|
actief; beweeglijk; bezet; druk; drukbezet; drukpratend; dynamisch; energiek; geagiteerd; geanimeerd; levendig; verhit; vief; vol fut
|
lebhaft
|
alert; oplettend; uitgeslapen; wakker
|
actief; ad rem; beweeglijk; bezet; blij; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; drukpratend; dynamisch; energiek; geagiteerd; geanimeerd; goedgehumeurd; goedgeluimd; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; slagvaardig; tierig; verhit; vief; vol fut; vrolijk; wakker; welgemoed; welgestemd
|
munter
|
alert; oplettend; uitgeslapen; wakker
|
actief; beweeglijk; bezet; blij; blijgeestig; blijgestemd; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; drukpratend; dynamisch; energiek; fideel; fleurig; geagiteerd; geanimeerd; geestig; goed geluimd; goedgehumeurd; goedgeluimd; hooggekleurd; jolig; kleurig; kwiek; levendig; levenslustig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; speels; tierig; uitgelaten; verblijd; verheugd; verhit; vief; vol fut; vrolijk; wakker; welgemoed; welgestemd; zonnig
|
quick
|
alert; oplettend; uitgeslapen; wakker
|
actief; ad rem; beweeglijk; bezet; druk; drukbezet; drukpratend; dynamisch; energiek; geagiteerd; geanimeerd; levendig; slagvaardig; verhit; wakker
|
umsichtig
|
alert; hoede; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend
|
bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; omzichtig
|
vorsichtig
|
alert; hoede; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend
|
bedachtzaam; behoedzaam; bezonnen; omzichtig; voorzichtig; zorgvuldig
|
wach
|
alert; oplettend; uitgeslapen; wakker
|
|
wachsam
|
alert; hoede; paraat; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend
|
aandachtig; oplettend; opmerkzaam
|
wacker
|
alert; oplettend; uitgeslapen; wakker
|
|