Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. akkoord gaan:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor akkoord gaan (Nederlands) in het Duits

akkoord gaan:

akkoord gaan werkwoord (ga akkoord, gaat akkoord, ging akkoord, gingen akkoord, akkoord gegaan)

  1. akkoord gaan (instemmen)
    zustimmen; einwilligen; beistimmen; beipflichten
    • zustimmen werkwoord (stimme zu, stimmst zu, stimmt zu, stimmte zu, stimmtet zu, zugestimmt)
    • einwilligen werkwoord (willige ein, willigst ein, willigt ein, willigte ein, willigtet ein, eingewilligt)
    • beistimmen werkwoord (stimme bei, stimmst bei, stimmt bei, stimmte bei, stimmtet bei, beigestimmt)
    • beipflichten werkwoord (pflichte bei, pflichtest bei, pflichtet bei, pflichtete bei, pflichtetet bei, beigepflichtet)

Conjugations for akkoord gaan:

o.t.t.
  1. ga akkoord
  2. gaat akkoord
  3. gaat akkoord
  4. gaan akkoord
  5. gaan akkoord
  6. gaan akkoord
o.v.t.
  1. ging akkoord
  2. ging akkoord
  3. ging akkoord
  4. gingen akkoord
  5. gingen akkoord
  6. gingen akkoord
v.t.t.
  1. ben akkoord gegaan
  2. bent akkoord gegaan
  3. is akkoord gegaan
  4. zijn akkoord gegaan
  5. zijn akkoord gegaan
  6. zijn akkoord gegaan
v.v.t.
  1. was akkoord gegaan
  2. was akkoord gegaan
  3. was akkoord gegaan
  4. waren akkoord gegaan
  5. waren akkoord gegaan
  6. waren akkoord gegaan
o.t.t.t.
  1. zal akkoord gaan
  2. zult akkoord gaan
  3. zal akkoord gaan
  4. zullen akkoord gaan
  5. zullen akkoord gaan
  6. zullen akkoord gaan
o.v.t.t.
  1. zou akkoord gaan
  2. zou akkoord gaan
  3. zou akkoord gaan
  4. zouden akkoord gaan
  5. zouden akkoord gaan
  6. zouden akkoord gaan
diversen
  1. ga akkoord!
  2. gaat akkoord!
  3. akkoord gegaan
  4. akkoord gaande
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor akkoord gaan:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beipflichten akkoord gaan; instemmen beamen; bevestigen; bijvallen; gelijk geven; laten; onderschrijven; permitteren; staven; steunen; toelaten
beistimmen akkoord gaan; instemmen
einwilligen akkoord gaan; instemmen dulden; duren; eens worden; gedogen; goed vinden; goedkeuren; goedvinden; gunnen; inwilligen; laten; overeenkomen; overeenstemmen; permitteren; toelaten; toestaan; toestemmen; tolereren; vergunnen
zustimmen akkoord gaan; instemmen akkoord gaan met; dulden; gedogen; instemmen; laten; permitteren; toelaten; toestemming geven; tolereren

Verwante vertalingen van akkoord gaan