Nederlands
Uitgebreide vertaling voor afvangen (Nederlands) in het Duits
afvangen:
-
afvangen (onderweg opvangen; opvangen; onderscheppen; ondervangen)
abfangen; unterschlagen; zuvorkommen; aufschnappen-
unterschlagen werkwoord (unterschlage, unterschlägst, unterschlägt, unterschlug, unterschlugt, unterschlagen)
-
zuvorkommen werkwoord (komme zuvor, kommst zuvor, kommt zuvor, kam zuvor, kamt zuvor, zuvorgekommen)
-
aufschnappen werkwoord (schnappe auf, schnappst auf, schnappt auf, schnappte auf, schnapptet auf, aufgeschnappt)
Conjugations for afvangen:
o.t.t.
- vang af
- vangt af
- vangt af
- vangen af
- vangen af
- vangen af
o.v.t.
- ving af
- ving af
- ving af
- vingen af
- vingen af
- vingen af
v.t.t.
- heb afgevangen
- hebt afgevangen
- heeft afgevangen
- hebben afgevangen
- hebben afgevangen
- hebben afgevangen
v.v.t.
- had afgevangen
- had afgevangen
- had afgevangen
- hadden afgevangen
- hadden afgevangen
- hadden afgevangen
o.t.t.t.
- zal afvangen
- zult afvangen
- zal afvangen
- zullen afvangen
- zullen afvangen
- zullen afvangen
o.v.t.t.
- zou afvangen
- zou afvangen
- zou afvangen
- zouden afvangen
- zouden afvangen
- zouden afvangen
diversen
- vang af!
- vangt af!
- afgevangen
- afvangende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor afvangen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Abfangen | afvangen | opwachten |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
abfangen | afvangen; onderscheppen; ondervangen; onderweg opvangen; opvangen | buitmaken; grijpen; klauwen; opnemen; opvangen; pakken; vangen; vatten; verstrikken; wat neervalt opvangen |
aufschnappen | afvangen; onderscheppen; ondervangen; onderweg opvangen; opvangen | iets bemachtigen; te pakken krijgen; verkrijgen |
unterschlagen | afvangen; onderscheppen; ondervangen; onderweg opvangen; opvangen | achterhouden; achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; versomberen; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken |
zuvorkommen | afvangen; onderscheppen; ondervangen; onderweg opvangen; opvangen | een bezwaar ondervangen; ondervangen; voorkomen |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
unterschlagen | onderschept; opgevangen | |
zuvorkommen | dienstwillig; gedienstig; voorkomend |
Computer vertaling door derden: