Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. afspatten:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afspatten (Nederlands) in het Duits

afspatten:

afspatten werkwoord

  1. afspatten (afvliegen; afspringen)
    abspringen
    • abspringen werkwoord (springe ab, springst ab, springt ab, sprang ab, spranget ab, abgesprungen)

Vertaal Matrix voor afspatten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abspringen afspatten; afspringen; afvliegen parachutespringen