Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Vertaal afrit

Vertaal afrit van Nederlands naar Duits

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

afrit:
- Ausfahrt
Wiktionary:
- afrit → Ausfahrt, Abfahrt
- afrit → Abfahrt, Abgang, Abreise, Abzug, Ausgang, Austritt, Aufwand, Ausgabe, Auslage

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afrit (Nederlands) in het Duits

afrit:

afrit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de afrit
die Ausfahrt
- Ausfahrt [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor afrit:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Ausfahrt	afrit	dagreis; excursie; gang; koers; reis; rijtochtje; rit; route; tocht; toer; tournee; uitrit; uitstapje

Verwante woorden van "afrit":

afritten

Wiktionary: afrit

afrit

noun

een verkeersweg waarlangs men naar beneden van een autoweg of autosnelweg af kan rijden
- afrit → Ausfahrt

afrit

noun

Abfahrt von einer Autobahn
- Abfahrt → afrit

Cross Translation:

From	To	Via
• afrit	→ Abfahrt	↔ slip road — a segment of roadway that joins a motorway to ordinary roads
• afrit	→ Abfahrt; Abgang; Abreise; Abzug	↔ départ — moment précis de l'action de partir.
• afrit	→ Ausgang	↔ issue — sortie, lieu par où l’on sortir.
• afrit	→ Ausgang; Austritt; Aufwand; Ausgabe; Auslage	↔ sortie — action de sortir.