Nederlands
Uitgebreide vertaling voor afhalen en meenemen (Nederlands) in het Duits
afhalen en meenemen:
-
afhalen en meenemen (ophalen; oppikken)
abholen; aufpicken; holen; einsammeln-
einsammeln werkwoord (sammele ein, sammelst ein, sammelt ein, sammelte ein, sammeltet ein, eingesammelt)
Vertaal Matrix voor afhalen en meenemen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
abholen | afhalen en meenemen; ophalen; oppikken | een snuif nemen; iets ophalen; insnuiven; opsnuiven; snuiven |
aufpicken | afhalen en meenemen; ophalen; oppikken | opensteken; prikken in |
einsammeln | afhalen en meenemen; ophalen; oppikken | collecteren; geld inzamelen; inzamelen; oogsten; plukken; vergaren; verzamelen |
holen | afhalen en meenemen; ophalen; oppikken | behalen; distribueren; halen; iets halen; iets ophalen; lenen; ontlenen; pakken; ronddelen; uitreiken; verdelen; verkrijgen; winnen |
Computer vertaling door derden: