Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. afdichting:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afdichting (Nederlands) in het Duits

afdichting:

afdichting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de afdichting
    die Abdichtung; die Versiegelung

Vertaal Matrix voor afdichting:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abdichtung afdichting afgrendeling; verzegeling
Versiegelung afdichting verzegeling

Wiktionary: afdichting

afdichting
noun
  1. (Maschinen-)Element zum Abdichten, zum Beispiel gegen Ölaustritt oder Wassereintritt