Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. adresboek:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor adresboek (Nederlands) in het Duits

adresboek:

adresboek [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het adresboek (adresgids)
    Adreßbuch; Einwohnerverzeichnis; Anschriftenbuch
  2. het adresboek

Vertaal Matrix voor adresboek:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Adreßbuch adresboek; adresgids
Anschriftenbuch adresboek; adresgids
Einwohnerverzeichnis adresboek; adresgids
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Adressbuch adresboek Adresboek; Windows Contactpersonen

Verwante woorden van "adresboek":

  • adresboeken

Wiktionary: adresboek


Cross Translation:
FromToVia
adresboek Adressbuch address book — small book with addresses
adresboek Jahrbuch; Telefonbuch; Adressbuch annuaire — Écrit destiné à donner chaque année les renseignements nécessaires.