Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. achterwerk:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor achterwerk (Nederlands) in het Duits

achterwerk:

achterwerk [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het achterwerk (bibs; kont; achterste; )
    der Arsch; Gesäß; der Hintern
    • Arsch [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gesäß [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Hintern [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor achterwerk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Arsch achterste; achterwerk; bibs; billen; kont; zitvlak; zitwerk aars; anus; gat; staartstuk; stuit
Gesäß achterste; achterwerk; bibs; billen; kont; zitvlak; zitwerk
Hintern achterste; achterwerk; bibs; billen; kont; zitvlak; zitwerk aars; anus; gat; staartstuk; stuit

Verwante woorden van "achterwerk":

  • achterwerken

Wiktionary: achterwerk

achterwerk
noun
  1. achterste deel
achterwerk
noun
  1. menschliches Körperteil, auf dem gesessen wird

Cross Translation:
FromToVia
achterwerk Hintern behind — butt, buttocks
achterwerk Hintern posterior — buttocks
achterwerk Gesäß rump — the buttocks
achterwerk Hintern; Hinterteil; Gesäß tail — tail-end of a creature