Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Vertaal absurditeit

Vertaal absurditeit van Nederlands naar Duits

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

absurditeit:
- Torheit; Irrsinn; Narrheit; Absurdität; Idiotie
Wiktionary:
- absurditeit → Absurdität, Ungereimtheit, Widersinnigkeit, Albernheit, etas Absurdes, etwas Widersinniges, ungereimtes Zeug, Unsinn

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor absurditeit (Nederlands) in het Duits

absurditeit:

absurditeit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de absurditeit (ongerijmdheid; onzinnigheid; dwaasheid; idioterie; onverstand)
die Torheit; der Irrsinn; die Narrheit; die Absurdität; die Idiotie
- Torheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Irrsinn [der ~] zelfstandig naamwoord
- Narrheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Absurdität [die ~] zelfstandig naamwoord
- Idiotie [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor absurditeit:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Absurdität	absurditeit; dwaasheid; idioterie; ongerijmdheid; onverstand; onzinnigheid
Idiotie	absurditeit; dwaasheid; idioterie; ongerijmdheid; onverstand; onzinnigheid	dwaasheid; gekheid; gekkenwerk; gekkigheid; gekte; idioterie; idiotisme; zotheid
Irrsinn	absurditeit; dwaasheid; idioterie; ongerijmdheid; onverstand; onzinnigheid	geestesstoring; geestesziekte; gekkenwerk; waanzinnigheid
Narrheit	absurditeit; dwaasheid; idioterie; ongerijmdheid; onverstand; onzinnigheid	dwaasheid; geestigheid; gein; gekheid; gekkigheid; gekte; humor; idioterie; jolijt; keet; leut; lol; malheid; plezier; pret; waanzinnigheid; zotheid
Torheit	absurditeit; dwaasheid; idioterie; ongerijmdheid; onverstand; onzinnigheid	dwaasheid; gebazel; gein; gekheid; gekkenpraat; gekkenwerk; gekkigheid; gekte; humbug; idioterie; jolijt; keet; kul; larie; leut; lol; malheid; mallepraat; nonsens; onzin; plezier; pret; wartaal; zotheid; zotteklap

Verwante woorden van "absurditeit":

absurditeiten

Wiktionary: absurditeit

Cross Translation:

From	To	Via
• absurditeit	→ Absurdität; Ungereimtheit; Widersinnigkeit; Albernheit; etas Absurdes; etwas Widersinniges; ungereimtes Zeug; Unsinn	↔ absurdité — Caractère de ce qui est absurde.