Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- aannemer:
-
Wiktionary:
- aannemer → Bauunternehmer
- aannemer → Ausführer, Bauausführer
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor aannemer (Nederlands) in het Duits
aannemer:
-
de aannemer (bouwondernemer; bouwer)
der Bauunternehmer -
de aannemer (contractant)
Vertaal Matrix voor aannemer:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Bauunternehmer | aannemer; bouwer; bouwondernemer; verbouwer | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Auftragnehmer | aannemer; contractant |
Wiktionary: aannemer
aannemer
Cross Translation:
noun
-
iemand die een (bouw)werk uitvoert tegen een bepaalde prijs
- aannemer → Bauunternehmer
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aannemer | → Ausführer; Bauausführer | ↔ contractor — A person who executes the building or improving of buildings |