Nederlands
Uitgebreide vertaling voor aanmodderen (Nederlands) in het Duits
aanmodderen:
-
aanmodderen (prutsen; rommelen)
basteln; pfuschen; stümpern; baggern; wirbeln; fummeln; einenWirbelschlagen; rauhabhobeln; rasseln; trommeln; herumpfuschen; herumfingern; herumdoktern-
einenWirbelschlagen werkwoord
-
rauhabhobeln werkwoord (hobele rauh ab, hobelst rauh ab, hobelt rauh ab, hobelte rauh ab, hobeltet rauh ab, rauhabgehobelt)
-
herumpfuschen werkwoord
-
herumfingern werkwoord (fingre herum, fingerst herum, fingert herum, fingerte herum, fingertet herum, herumgefingert)
-
herumdoktern werkwoord
Vertaal Matrix voor aanmodderen:
Computer vertaling door derden: