Nederlands
Uitgebreide vertaling voor aanliggend (Nederlands) in het Duits
aanliggend:
-
aanliggend
anliegend; benachbart; angrenzend-
anliegend bijvoeglijk naamwoord
-
benachbart bijvoeglijk naamwoord
-
angrenzend bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor aanliggend:
| Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| angrenzend | aanliggend | aangrenzend; aanpalend; belendend; naburig; omliggend |
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| anliegend | aanliggend | aangrenzend; aanpalend; belendend; naburig; omliggend |
| benachbart | aanliggend | aangrenzend; aanpalend; belendend |