Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. aangrenzend:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aangrenzend (Nederlands) in het Duits

aangrenzend:

aangrenzend bijvoeglijk naamwoord

  1. aangrenzend (aanpalend; belendend)
    angrenzend; anliegend; benachbart

Vertaal Matrix voor aangrenzend:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
angrenzend aangrenzend; aanpalend; belendend aanliggend; belendend; naburig; omliggend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anliegend aangrenzend; aanpalend; belendend aanliggend; belendend; naburig; omliggend
benachbart aangrenzend; aanpalend; belendend aanliggend

Wiktionary: aangrenzend

aangrenzend
adjective
  1. rechtstreeks grenzend aan iets anders

Cross Translation:
FromToVia
aangrenzend daneben; anliegend; benachbart adjacent — lying next to, close, or contiguous; neighboring
aangrenzend nahe; benachbart; angrenzend contiguous — adjacent, neighboring

Computer vertaling door derden: